
Beleggingsvisie maart 2018
| VisieBegin februari was het ineens goed raak op de aandelenmarkten. Na een vliegende start van het beursjaar werd de daling eind januari ingezet en zakten wereldwijd de beurzen fors in de eerste week van februari. De Nederlandse AEX-index daalde die week maar liefst 7,5%. Uiteindelijk werd een groot deel van die correctie in de loop van de maand goedgemaakt. Opvallend was dat de turbulentie vooral in de aandelenmarkten plaatshad.
Dip
Het was dus even schrikken voor veel beleggers. Zeker voor de groep die nog weinig ervaring had met het fenomeen ‘dip’ danwel ‘mini-crash’, of hoe je het ook wilt noemen. De markten waren al langere tijd zonder al te veel beweeglijkheid omhoog gekropen, wat veel nieuwe beleggers heeft aangetrokken. Een goede verklaring is bij zo’n daling dan gewenst om de gemoederen te bedaren. Tegelijkertijd blijft het lastig een sterke daling aan één factor toe te wijzen: er zijn nogal veel onderlinge afhankelijkheden.
Meerdere factoren
Er werd vooral gewezen naar de hogere inflatieverwachtingen die beleggers afleidden uit de economische cijfers die werden gepubliceerd. De cijfers (o.a. hoger dan verwachte loongroei in de VS) wijzen op een onveranderd sterke economie. Volgens de Amerikaanse centrale bank zou dit kunnen leiden tot meer renteverhogingen in de toekomst. En beleggers houden niet van onzekerheid over de rente. Maar op zich kunnen aandelenbeleggers een licht oplopende rente meestal wel aan. Er moest dus meer aan de hand zijn. Al geruime tijd waren aandelen in de VS duur (hoge waardering) en was in dat opzicht een correctie te verwachten. Er kwam een nieuwe Fed-voorzitter aan het roer en er was rumoer rondom computergestuurde verkoopprogramma’s die extra verkopen veroorzaakten. Kortom: het kon alle kanten op. Maar net zoals markten een lange periode achter elkaar kunnen stijgen, hoort dit soort correcties ook bij beleggen.
Oververhitting?
Als we kijken naar de wereldeconomie, kan je niet anders zeggen dan dat alle regio’s er goed voor staan. In Japan is er al twee jaar sprake van ononderbroken economische groei, iets wat al bijna 30 jaar niet is voorgekomen. In Europa liggen er wat politieke risico’s op de loer, zoals de uitslag van de Italiaanse verkiezingen en de coalitiebesprekingen in Duitsland, maar daar lijken beleggers weinig acht op te slaan. In de VS heeft het Congres een pakket van USD400 mrd aan extra bestedingen in de Amerikaanse economie goedgekeurd. De timing is opmerkelijk. De Amerikaanse economie draait immers al bijna op maximale capaciteit, waardoor oververhitting op termijn een serieuze bedreiging is.
Na afbouw weer opbouw
Voorlopig lijkt het erop dat de rust op de financiële markten een klein beetje is teruggekeerd. We verwachten wel dat de beweeglijkheid van de markten hoger zal zijn dan we gewend waren. In onze beleggingsvisie hadden we aanvankelijk de aandelenweging teruggebracht naar neutraal, waarna we in de tweede helft van de februarimaand in een paar stappen het accent in de categorie Aandelen weer hebben opgebouwd. Omdat momenteel alle regio’s goed presteren, hebben we geen specifieke regiovoorkeur.
Visie op obligaties onveranderd
De rente op de toonaangevende Duitse 10 jaars staatsobligatie was in januari al opgelopen en steeg tijdens de onrust op de aandelenmarkten zelfs nog iets verder. Eind februari was de rente echter weer terug op 0,65%, ofwel bijna het niveau van voor de onrust op de aandelenmarkt. Dit beeld zagen we ook terug bij andere obligatiecategorieën zoals bedrijfsobligaties. Gezien de aanhoudende economische groei in Europa ligt het voor de hand dat de stimulering door de ECB wordt teruggebracht. Hierdoor zal de rente oplopen, wat negatief is voor de rendementen op Europese (bedrijfs)obligaties. High yield-obligaties volgden min of meer het patroon in de aandelenmarkten, maar ook daar keerde de rust in de tweede helft van de maand enigszins terug. De categorie obligaties krijgt als geheel een lager dan gemiddeld gewicht en we blijven alleen positief over obligaties uit opkomende landen.