
Column: Vechten tegen de bierkaai
| VisieCentrale banken hebben hun extreem snelle draai in monetaire beleid alleen nog maar mondeling toegelicht en nu al tikken de rentes vrijwel elke dag nieuwe laagterecords aan. Maar heeft nog meer stimuleren eigenlijk wel zin?
De inflatieverwachtingen zijn te laag en dus moeten de rentes omlaag, zo luidt het adagium van centrale bankiers. En met die lage rentes zit het wel goed. De Duitse 10-jaars rentes, de bakermat van alle rentes in de Eurozone, dus ook in Nederland, ligt op moment van schrijven op bijna -0,40%. Als je de Duitse staat 100 euro leent, moet je Angela Merkel en haar collega’s nog 40 eurocent bijbetalen.
Op een Zwitserse staatslening met een looptijd van 40 jaar krijg je welgeteld 0,01% rente per jaar uitgekeerd. Geef je je geld voor 100 jaar aan de Oostenrijkse staat dan krijg je net iets meer dan 1% per jaar, nog altijd geen vetpot dus.
Centrale bankiers geloven er heilig in dat het verlagen van de rente uiteindelijk leidt tot een hogere inflatie, ook al laat de werkelijkheid wat anders zien
Geen snelle terugkeer
En reken vooral niet op een snelle terugkeer naar normale renteniveaus. En met normaal bedoel ik in ieder geval een vergoeding die past bij het risico dat je loopt voor het uitlenen van geld. Zoals uit de inleiding hierboven naar voren kwam, moeten centrale banken hun nieuwe stimulerende beleid nog implementeren.
De ECB verlaagt waarschijnlijk tegen het einde van het jaar de rente, al dan niet geflankeerd door een nieuwe ronde van kwantitatieve verruiming. Voor de Federal Reserve is een renteverlaging later deze maand een uitgemaakte zaak. Historie toont bovendien aan dat als de Fed eenmaal begint met verlagen ze meestal niet meteen ophoudt.
Koppigheid
Waarom volharden die centrale banken toch zo in het goedkoper maken van geld? De reden is eenvoudig. Ze geloven er heilig in dat het verlagen van de rente uiteindelijk leidt tot een hogere inflatie. Ook al laat de werkelijkheid wat anders zien: de inflatie in de Eurozone is 1,2% en de doelstelling van ongeveer 2% is door de Europese Centrale Banken al in geen jaren gehaald.
Toch houden centrale bankiers stug, en naïef, vol dat ze genoeg gereedschap in hun kist hebben om hun doel te bereiken. Maar de wereld van centrale bankiers is flink veranderd. Jarenlang exporteerde China inflatie naar andere regio’s die massaal Chinese goederen importeerden. De laatste tien jaar is de inflatie in China veel stabieler en bovendien niet gek veel hoger dan hier.
Lagere kosten, minder inflatie
Een andere belangrijke ontwikkeling is dat diensten, en dan vooral technologie-gedreven diensten een steeds groter deel van de economie vertegenwoordigen. Denk bijvoorbeeld aan online warenhuizen, vakantiewinkels en notarissen, en aan elektronisch bankieren of social media. Technologische vooruitgang betekent vaak lagere kosten en dus lagere inflatie.
Bovendien hebben Amazon, Expedia en Facebook relatief weinig investeringen nodig. Ze hoeven geen fabrieken te bouwen of grote hoeveelheden grondstoffen te kopen. Dus die lage rentes zijn misschien leuk voor bedrijven die wel veel moeten investeren, maar de almaar groeiende dienstensector schiet er niet zo veel mee op.
Het is voor centrale bankiers vechten tegen de bierkaai om met instrumenten gericht op de ’oude’ economie, die steeds minder belangrijker wordt, de inflatie omhoog proberen te duwen. Zolang je niet van strategie verandert, is de kans op succes klein.
Verwacht daarom voorlopig maar meer van hetzelfde.
Jeroen Blokland is beheerder van Robeco ONE. Deze column verscheen eerder op DFT.