
Herstel in opkomende markten: Noord-Azië loopt voorop
| BeleggenDe opkomende wereld wordt hard geraakt door de coronapandemie, maar daarbinnen bestaan grote verschillen. De landen in Noord-Azië kunnen de economische klap beter opvangen dan andere opkomende landen
De term opkomende landen is een verzamelnaam voor alle landen waarvan de economie toegroeit naar het niveau van de ontwikkelde wereld. Het is een heel divers gezelschap; van India tot Argentinië en van Rusland tot Zuid-Afrika. Zelfs China – dat is uitgegroeid tot de tweede economie ter wereld – is volgens de officiële maatstaven nog een opkomend land.
Voor beleggers was het jarenlang gebruikelijk om deze groep over één kam te scheren. De laatste maanden blijkt echter dat de economie van de landen in Noord-Azië sneller herstelt van de corona-recessie, dan van landen in andere delen van de wereld. Hierbij speelt mee dat deze landen het eerst getroffen werden door het virus. Een gevolg is dat het herstel ook sneller kon optreden. Minstens zo belangrijk is het snelle en doortastende optreden van de overheid. In China werden getroffen gebieden volledig afgesloten van de rest van de wereld, terwijl het virus in bijvoorbeeld Brazilië bijna helemaal vrij spel kreeg.
Economische impact
Een andere reden waarom Noord-Azië goede vooruitzichten heeft, is de sterke financiële positie. Voor de uitbraak hadden landen in deze regio de begroting goed op orde, terwijl de staatsschuld relatief klein is. Hierdoor heeft bijvoorbeeld China de mogelijkheid om de economie een grote impuls te geven via allerlei stimuleringsmaatregelen.
Veel andere opkomende landen hebben die ruimte echter niet, omdat de economie minder groot en minder ver ontwikkeld is dan die van China. Om orde op zaken te stellen bij de staatsfinanciën, moeten die landen maatregelen nemen zoals het verhogen van (bedrijfs)belastingen. Dit soort maatregelen raakt de bedrijfswinsten en mogelijk ook de beleggingsrendementen.
China maakt indruk
China, Taiwan en Zuid-Korea komen beter door de onzekere coronaperiode heen dan veel andere opkomende landen. Dat verschil is terug te zien in de aandelenrendementen. De MSCI China Index is bijvoorbeeld sinds eind 2019 met bijna 10% gestegen. Robeco Chinese Equities is dit jaar zelfs een van de best presterende fondsen van Robeco.
Hoewel China de economische macht steeds verder uitbouwt, is het land natuurlijk niet immuun voor de gevolgen van de pandemie. Door de crisis komt bijvoorbeeld het risico van lange toeleveringsketens in de schijnwerpers te staan. Bedrijven in de ontwikkelde wereld kiezen er nu vaker voor om zaken te doen met lokale toeleveranciers, in plaats van het importeren van producten uit China. Bovendien kan het handelsconflict met de Verenigde Staten opnieuw oplaaien.
Veel beleggers hebben relatief een kleine positie in China. Het land is goed voor ruim 15% van de wereldeconomie, terwijl Chinese aandelen voor minder dan 5% meewegen in de wereldwijde MSCI AC World Index. Het ligt voor de hand dat de indexsamenstellers de weging van China gaan vergroten, aangezien de beurswaarde van Chinese bedrijven toeneemt. Aangezien veel beleggers deze index nauw volgen, kan dat de aandelenmarkten in dat land een nieuwe duw in de rug geven.