Vijf vragen over het pensioenakkoord

| Pensioen

Op 1 juli 2023 start de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Hieronder geven we beknopt antwoord op vijf vragen over wat er door het pensioenakkoord gaat veranderen.

  • Share

Waarom was er een nieuw pensioenstelsel nodig?

In het verleden was er behoorlijk wat kritiek op het bestaande systeem. Renteschommelingen hadden bijvoorbeeld veel invloed op de hoogte van de buffer en op het vermogen van pensioenfondsen om de pensioenuitkering mee te laten stijgen met de inflatie (‘indexeren’). Daarnaast dateren de regels van ons huidige stelsel uit de vorige eeuw. Onze samenleving is sindsdien sterk veranderd. Bijna niemand werkt meer zijn of haar hele leven bij dezelfde werkgever. Ook worden we steeds ouder, zodat ons potje steeds langer mee moet. Kortom, ons pensioenstelsel sluit niet meer goed aan op onze samenleving.

Wat zijn de belangrijkste veranderingen in het nieuwe stelsel?

Een belangrijk onderdeel van het Pensioenakkoord is dat het systeem met de dekkingsgraden verdwijnt. In plaats daarvan gaat iedereen een persoonlijk pensioenvermogen opbouwen. Dat gebeurt via een premieregeling. Binnen die regeling is de pensioenpremie voor iedereen – jong en oud – gelijk. Gepensioneerden dragen geen premie af, maar vallen ook onder het nieuwe pensioenstelsel. Van een gegarandeerd pensioen zal geen sprake meer zijn: de pensioenhoogte gaat mede afhangen van de beleggingsresultaten van pensioenfondsen. Dat moet voorkomen dat jongeren de tegenvallers voor oudere generaties moeten opvangen. Vanaf het moment dat de nieuwe pensioenregels op 1 januari 2028 gaan gelden, mag alleen nog voor nieuw pensioen worden gespaard en belegd. Het is de bedoeling dat al het opgebouwde pensioenvermogen, wordt omgezet naar het nieuwe stelsel. De wijze waarop iedereen zo een eigen ‘pensioenpotje’ krijgt, wordt ook wel invaren genoemd.

Wat kan ik nu doen?

Als deelnemer aan een verplichte pensioenregeling is het vooral afwachten. Of je zelf invloed hebt op je pensioenopbouw, hangt af van de keuze die werkgevers- en werknemersorganisaties en pensioenfondsen maken. De eerste optie is een solidaire premieregeling. Hierbij is sprake van een uniform beleggingsbeleid waarbij deelnemers geen individuele keuzes kunnen maken. Er wordt belegd volgens het lifecycle-principe, waarbij het risico van de beleggingen wordt verlaagd naarmate je pensioen dichterbij komt. De tweede optie is de flexibele premieregeling. Dit is een meer persoonlijke pensioenpot per deelnemer. Hierbij heb je zelf mogelijkheid om af te wijken van het lifecycle-principe en wat meer of minder risico te nemen. De pot voor opbouwers en gepensioneerden is gescheiden. Bovendien komt er een solidariteitsreserve, die er bijvoorbeeld voor kan zorgen dat er ook na een paar slechte beleggingsjaren niet meteen gekort hoeft te worden op de uitkeringen.

Wat verandert er voor zzp’ers?

De ruimte om op fiscaal vriendelijke wijze pensioen op te bouwen neemt voor zzp’ers sterk toe. De maximale lijfrente-aftrek gaat in het nieuwe stelsel van 13,3% naar 30% van de premiegrondslag. De premiegrondslag is het deel van je inkomen waarover je pensioen mag opbouwen. Je berekent de premiegrondslag door je bruto-inkomen te verminderen met de AOW-franchise. Overigens is de maximale lijfrente-aftrek begrensd op €34.550. Heb je je jaarruimte in eerdere jaren niet of niet volledig gebruikt, dan heb je nog reserveringsruimte. De reserveringsruimte wordt fors opgetrokken naar een maximaal bedrag van € 38.000. Dit gaat voor iedereen gelden. Het aantal jaar dat ingehaald mag worden, wordt verlengd naar 10 jaar. Dat was 7 jaar. Ook de leeftijd voor lijfrente-aftrek is aangepast. Deze was beperkt tot het jaar dat de AOW-leeftijd werd bereikt. Deze periode is nu met 5 jaar verlengd.

Wanneer gaat het nieuwe stelsel in?

Pensioenfondsen zijn al langere tijd druk bezig om de overstap naar het nieuwe stelsel in goede banen te leiden. Zij maken afspraken met hun uitvoeringsorganisaties, werken aan hun IT-systemen en beslissen met de sociale partners of ze kiezen voor een solidaire of een flexibele premieregeling. Ook moeten ze meer inzicht geven in hun beleggingskeuzes. Pensioenfondsen krijgen tot 1 januari 2028 de tijd om de nieuwe regeling in te zetten.

Geselecteerde fondsen

Er zijn nog geen fondsen geselecteerd. Ga naar de Fondsselector en voeg uw fondsen toe.
Rendement & risico
Morningstar

Je fondsen hebben een risico 7 of minder

Klik op de link
"Toon risicometer" voor het risico per fonds.

Verberg selectie Bekijk selectie
0Geselecteerde fondsen

Geselecteerde fondsen

Hier vind je jouw geselecteerde fondsen. Bekijk jouw selectie en koop je fondsen eenvoudig aan.

Sluiten