Waarom kopen bedrijven hun eigen aandelen?

Een van de belangrijkste doelstellingen van beursgenoteerde bedrijven is om op langere termijn winst te maken. Met die winst kunnen ze verschillende dingen doen. Zoals investeren in nieuwe projecten of overnames, die ervoor zorgen dat de winst in de toekomst nóg hoger ligt. Soms is het echter lastig om goede investeringsdoelen te vinden. Als een bedrijf de winst niet gebruikt voor het aflossen van schulden, is het bij de huidige rentestand zonde om veel geld als buffer aan te houden. Bedrijven kiezen er dan ook steeds vaker voor om de winst voor een deel door te schuiven naar de eigenaren van het bedrijf: de aandeelhouders.

Het is gebruikelijk dat aandeelhouders meeprofiteren als een bedrijf winst maakt. Meestal neemt die winstdeling de vorm aan van dividend. Veel beleggers hechten grote waarde aan een stabiele inkomstenstroom. De kans bestaat echter dat een onderneming moet snijden in de dividenduitkering als de resultaten enige tijd tegenvallen. Om dat te voorkomen, schroeven bedrijven het dividend liever geleidelijk op dan met grote sprongen. Als bedrijven in een goed jaar veel winst maken, kiezen ze er vaak voor om meer eigen aandelen te kopen. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2018. De totale winst van Amerikaanse bedrijven steeg met 7% naar meer dan $9.000 miljard. Van dat bedrag werd meer dan $800 miljard gebruikt voor het kopen van eigen aandelen.

Het kopen van eigen aandelen heeft voor een bedrijf verschillende voordelen. In de eerste plaats is het een teken van vertrouwen als het bestuur de eigen onderneming zo’n aantrekkelijke belegging vindt, dat het bereid is om eigen aandelen te kopen. Door die inkoop neemt het aantal uitstaande aandelen af. Het bedrijf hoeft de winst dan over minder aandelen te verdelen, zodat het dividend in de toekomst sneller kan stijgen. Daar komt bij dat de vraag naar aandelen toeneemt als een bedrijf eigen aandelen gaat inkopen. Hierdoor kan de beurskoers een duwtje in de rug krijgen.