
Wint de waterstofwagen het van de elektrische auto?
| DuurzaamEen waterstofwagen laadt een stuk sneller op dan een elektrische auto op batterijen. Toch is de kans klein dat de waterstofwagen het Nederlandse straatbeeld gaat beheersen.
Vanaf 2030 mogen er in Nederland geen nieuwe auto’s meer worden verkocht die broeikasgassen uitstoten. Hierdoor krijgt de elektrische auto vrij baan. Of zien we in de toekomst juist vooral waterstofwagens op de weg? In waterstof kan een grote hoeveelheid energie worden opgeslagen, die vrijkomt bij contact met zuurstof. Voor de opslag van waterstof is geen grote batterij nodig en het opladen gaat veel sneller dan bij een elektrische auto.
Energie opslaan
Een grote Japanse automaker heeft al een wagen ontwikkeld die op waterstof rijdt. Toch is de kans klein dat de technologie het gaat winnen van elektrisch rijden. Lage fabricagekosten zijn een van de grote voordelen van de elektrische auto. Als de productie straks goed op stoom komt, zijn er circa 30 manuren nodig om een wagen te maken. Voor een benzineauto is dat ongeveer 40 uur.
Het bouwen van een waterstofwagen is weer een stuk lastiger en kost beduidend meer tijd. Ook worden er grondstoffen gebruikt die behoorlijk prijzig zijn. Dit leidt ertoe dat de prijs van waterstofwagens relatief hoog ligt. Deze auto’s zijn bovendien ook iets minder duurzaam, hebben onderzoekers van de Amerikaanse Stanford Universiteit berekend. De elektrische auto heeft in dit opzicht een streepje voor, dankzij hogere energie-efficiëntie van batterijen en mogelijkheden om de elektrische infrastructuur ook voor andere doelen in te zetten.
Voorlopig wordt waterstof dan ook vooral ingezet als middel om overtollige energie tijdelijk op te slaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld door zonne-energie die in de zomer wordt opgewekt en opgeslagen, in de winter om te zetten naar energie.
Een ander nadeel van waterstof als brandstof is dat er nog geen infrastructuur ligt om auto’s op te laden. Het is een kleine moeite om een oplaadpunt voor een elektrische auto op de oprit te laten zetten, terwijl er ook steeds meer snellaadpunten verschijnen langs de Nederlandse wegen. Het Duitse onderzoekscentrum Jülich heeft becijferd wat er nodig is om in ons buurland infrastructuur aan te leggen om 20 miljoen waterstofwagens op de weg te houden. Het prijskaartje? Maar liefst €40 mrd. Voor bijna hetzelfde bedrag is het mogelijk om in de periode tot 2030 wereldwijd de 42 miljoen elektrische laadstations aan te leggen die nodig zijn voor de opmars van de elektrische auto, berekende onderzoeksfirma McKinsey.
Toch kan waterstof wel degelijk een rol spelen op de weg. Voor bussen en trucks wegen de voordelen zoals de kortere oplaadtijd en het kleinere gewicht voor brandstofopslag zwaarder dan bij personenvervoer. Door de grotere actieradius, hoeft er voor deze vervoersmiddelen ook een minder fijnmazige infrastructuur aangelegd te worden dan voor waterstofwagens. Eind 2019 start vervoersbedrijf Qbuzz in Groningen en Drenthe een proefproject met 22 waterstofbussen. Als dat goed verloopt, wordt de waterstofbus in de toekomst net zo’n vertrouwd beeld op de Nederlandse wegen als de elektrische auto.
Infrastructuur aanleggen
Het RobecoSAM Smart Mobility Fonds belegt in veelbelovende trends en slimme vervoersoplossingen; of dat nou een batterij in een auto is, of toch een waterstoftank.