Brexit-deal: hoe nu verder?

Er is vlak vóór de EU-top van 14 en 15 december een voorlopig akkoord bereikt tussen de Britse premier Theresa May en de EU-onderhandelaars over de drie belangrijkste voorwaarden voor het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU.

• de erkenning van de rechten van EU-burgers binnen het VK en die van Britse expats,
  
• geen harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland en
  
• de rekening van de 'scheiding’, die naar verwachting rond de EUR 50 miljard zal liggen.

Nu de belangrijkste knelpunten uit de weg zijn geruimd, zal de aandacht verschuiven naar de vorm die de handelsrelatie moet krijgen. Daar zijn twee serieuze opties: het Canadese of het Noorse model.

“Het Canadese model heeft vooral betrekking op fysieke handel en niet op diensten, terwijl het VK natuurlijk een diensteneconomie is,” aldus Robeco-hoofdeconoom Léon Cornelissen. “Het grootste voordeel is dat geen vrij verkeer van personen vereist is. Aan de andere kant lijkt dit weer niet te rijmen met een open Ierse grens. Het andere voordeel is dat het VK in het Canadese model niet in een binnenmarkt of een douane-unie zit en dus geen EU-bijdrage verschuldigd is.”

“In het Noorse model blijft het VK lid van de interne markt. Natuurlijk is dat economisch gezien het beste resultaat, aangezien hierdoor de handel met de EU probleemloos blijft verlopen. Het nadeel is dat het VK dan de EU-regels en het vrije verkeer van personen moet accepteren.”

“Het VK moet kiezen uit twee kwaden”, zegt Cornelissen. “De huidige Britse regering geeft uiteraard de voorkeur aan de Canadese optie, omdat ze dan het vrije verkeer van personen niet hoeven te accepteren en geen financiële bijdrage aan de EU-begroting hoeven te leveren. Maar dit zou de doodsteek voor de Londense City betekenen en zeer schadelijk zijn voor de Britse economie.”

“Het beste model voor zowel de EU als het VK is dat van Noorwegen, maar dit zou betekenen dat het VK in de EU blijft zonder enige zeggenschap en dat er geen sprake is van een echte Brexit. Maar ja, een deal is beter dan geen deal, want dat kan leiden tot een jarenlange recessie.”

“Het ligt voor de hand dat er na 29 maart 2019 een overgangsperiode komt,” stelt Cornelissen. “Het VK wil deze beperkt houden tot twee jaar, maar deskundigen denken dat dit een illusie is. Een probleem is ook dat overgangswetgeving nog door het Britse parlement moet worden geloodst. Daar heeft May slechts een flinterdunne meerderheid. Het is dus twijfelachtig of een dergelijke transitiewet überhaupt mogelijk is,” concludeert Cornelissen.

Wij houden u op de hoogte van verdere ontwikkelingen in het ‘Brexit-dossier’.