
Column: China – Oorlog in de handel, vrede op de beurs
| VisieHet handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China is inmiddels opgeschaald tot handelsoorlog. Dat doet op de Chinese beurs echter minder pijn dan je zou denken.
We moeten het er toch maar even over hebben, die handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. En vooral omdat China nu ook eindelijk dat precieze woord ’oorlog’ is gaan gebruiken. Waar in het afgelopen jaar in de Chinese media zeer terughoudend gerapporteerd werd over het ’handelsconflict’, heeft men het nu op krijgszuchtige wijze over de ‘handelsoorlog’. Dat geeft wat mij betreft aan dat de hakken in het zand zijn gezet.
Het draait nu om economisch en politiek leiderschap in de wereld
Soort van akkoord
Vermoedelijk komt er nog steeds wel een soort van akkoord over de handelstarieven, gewoon omdat beide landen zichzelf zonder dat akkoord erg in de vingers snijden. Maar waar het gaat om de relatie tussen de twee landen is die langdurig en drastisch verstoord. Het draait nu om economisch en politiek leiderschap in de wereld. De Verenigde Staten voelen zich als leider van de wereld terecht bedreigd door China.
Vergelijk het met een Formule 1-race. De VS stuiven met voorsprong op de bocht af, maar zien in de achteruitkijkspiegel China met grote snelheid aankomen. Door de bolide nu ineens opzij te gooien, smijten ze de deur dicht en hopen dat de aansnellende concurrent hard in de remmen gaat. Met als groot risico dat de Chinese bolide niet op tijd remt of domweg weigert te remmen, en de dan onvermijdelijke crash die op z’n minst flinke blikschade oplevert. Dat vertaalt zich in lagere economische groei.
Stimulans
Om dit te voorkomen zal het woord stimulans weer van stal gehaald worden. Niet voor niets heeft Trump alweer extra druk op de Federal Reserve gelegd om de rente te verlagen. Hoewel de Chinese beurs wel een tik van zo’n 10% heeft gekregen door al het verbale geweld, staat die beurs altijd nog 20% in de plus sinds januari. Hoe kan dat? Lokale fondsmanagers hebben te horen gekregen dat verkopen niet patriottisch is (WeChat is een eenvoudige manier voor regelgevers om morele druk uit te oefenen). Wellicht hebben staatsfondsen aan de koopkant geopereerd, maar er is zeker geen sprake van paniek geweest op de beurzen van Shanghai, Shenzhen of Hongkong.
Misschien komt dat nog. Het lijkt er echter op dat de markt ook met optimisme uitkijkt naar een nieuwe ronde van Chinese stimuleringsmaatregelen, terwijl de beleidsmakers in de afgelopen weken juist wat gas terug hadden genomen omdat de economie er zo gezond bij lag. Ook kan het zijn dat beleggers zich realiseren dat de export naar de VS (circa 4-5% van het bbp) een steeds minder grote motor voor de economie is. Binnenlandse vraag van consumenten, grote infrastructuurprojecten en vastgoed houden de economie goed op gang. Bedrijfswinsten zijn weinig afhankelijk van de flinterdunne marges in de export.
Volwassen
De marktreactie in de afgelopen weken lijkt er ook op te duiden dat de markt meer volwassen aan het worden is. Het gaat steeds minder om de kleine particulier die met zijn neus voor een scherm met koersen zit bij het lokale brokerkantoor. Steeds meer geld wordt beheerd voor grote institutionele partijen, verzekeraars en banken en daar wordt veel minder met posities gegooid. Dat is een goede ontwikkeling. Die vrij rustige reactie geeft hoop voor de Chinese beurs als solide langetermijnbelegging.
Waar we ook rekening mee moeten houden is een zwakkere munt. De yuan was stabiel hoog gehouden rond de 6,70 om de handelsbesprekingen te versoepelen. China hoeft nu niemand meer voor de gek te houden. De munt kan lager en was mijns inziens ook wel wat overgewaardeerd. Vakantie in China gaat weer goedkoper worden, wees welkom. De Grote Muur lonkt.
Arnout van Rijn is fondsmanager van Robeco Asia Pacific. Deze column verscheen eerder op DFT.