
Het gemiddelde bestaat niet!
| VisieVraag een willekeurige ‘beursgoeroe’ aan het begin van het jaar wat de beurs gaat doen en je krijgt waarschijnlijk iets te horen in de trant van: ‘ergens tussen de vijf en tien procent’. Zelden hoor je: ‘gewoon, meer dan 20%’, of ‘waarschijnlijk min 20%’. En toch liggen die antwoorden meer voor de hand dan die brave vijf tot tien procent.
In de grafiek hieronder staan vanaf 1900 de kalenderjaarrendementen op de Amerikaanse Dow Jones Index afgebeeld, gerangschikt van het meest slechte jaar (links) naar het allerbeste beursjaar (rechts). Sinds 1900 bedraagt het gemiddelde rendement op de Dow Jones 7,4%. Met die wetenschap klinkt een verwachting van ergens tussen de vijf en tien procent natuurlijk helemaal niet zo gek. Een beetje marge rondom het gemiddelde en het komt wel goed. Mooi niet dus.
Als we inzoomen zien we dat het rendement op de Dow Jones sinds de start van de vorige eeuw, lees 118 jaar geleden, maar tien keer tussen de vijf en tien procent is uitgekomen in een kalenderjaar (zwarte kolommen). Tien keer in 118 jaar! Omgerekend één schamel keertje in de twaalf jaar. Het gemiddelde is een leuke statistiek, maar dus niet iets wat je vaak in de praktijk tegenkomt. Beursgoeroes die met die vijf tot 10 procent aan komen zetten, hebben het dus bijna altijd fout.
Eeuwige optimist
Sterker nog, je doet er beter aan om de eeuwige optimist uit te hangen. Wie steevast ‘meer dan 20%’ riep als verwacht rendement van het aankomende beursjaar, had maar liefst 31 keer gelijk gekregen. Ter informatie, ook in 2017 steeg het rendement op de Dow Jones Index weer tot boven de 20%. Deze - niet serieus te nemen - veel te optimistische raming is in een kwart van de jaren goed. Dat is drie keer zo vaak als de flauwe ‘goeroevoorspelling’ van vijf tot tien procent.
Doemdenkers
En hoe zit dat met de doemdenkers? De permaberen? Jawel, ook die deden het beter dan de goeroes. Wie het aandurfde om elke jaar een rendement te verwacht van -20% of erger had elf keer raak geschoten. Net eentje meer dan de braveriken.
Te weinig
De conclusie moet dus zijn dat er niet te veel, maar juist te weinig rasoptimisten en doemdenkers op de beurs rondlopen. Te weinig beleggers nemen de historische rendementsverdeling mee in hun verwachting en zetten in op of dikke winsten of grote verliezen. Nu is dat ergens ook wel te begrijpen. Immers, een voorspelling dat de beurzen tot in de hemel zullen reiken in een jaar waarin aandelen ter aarde storten, is natuurlijk niet bevorderlijk voor je ‘goeroestatus’.